‘Niemand worstelt nog uit eigen initiatief met mijn afwezigheid.’
Wat hebben een eend, een dode pianist, een man zonder stem en een leeg doek met elkaar gemeen? Ze treden allemaal op als hoofdpersoon in werken van Willem Jan Otten. En allemaal kunnen ze niet voor zichzelf spreken. Zo ook in Een man van horen zeggen (1984), Ottens prozadebuut dat nu, samen met het toneelstuk Een sneeuw (1983), is heruitgegeven. In Een man van horen zeggen treedt Gerard Legrand op als verteller. Het enige probleem is: hij is al tien jaar dood en ‘leeft’ alleen nog door de herinneringen die anderen van hem hebben. (meer…)